We zien Elvis (Astin Butler) als een echte ‘family man’, gelovig, gul en met een dijk van een stem. Ook maken we kennis met de gecompliceerde relatie tussen Elvis en manager kolonel Tom Parker (Tom Hanks). De kolonel belooft Elvis gouden bergen. De jonge Elvis hoeft alleen maar zijn talent optimaal te benutten. Maar Parker mag gezien worden als sluwe vos en zwendelaar.
De Afro-Amerikaanse muziek krijgt een groot eerbetoon in ‘Elvis’. Al van jongs af aan zoog Elvis het werk van gospel en blues op. Hij mocht blueslegende B.B. King tot een van zijn vrienden rekenen en zijn suggestieve heupbewegingen waren grotendeels gebaseerd op de dansmoves van Little Richard.
De film neemt je in hoog tempo, vol energie, mee door het leven van The King. De films die hij maakte, zijn huwelijk met Priscilla en de geboorte van zijn dochter. Aan het eind zien we dat Elvis dagelijks moet optreden in Las Vegas. Wat overblijft is een schim van de man die hij ooit was. Hierdoor blijf je achter met de vraag: hoe anders zou het leven van Elvis geweest zijn zonder kolonel Parker?